Tussen boer en kikker

'Als het leven op aarde een voortdurende uitwisseling van goederen en betalingen zou zijn, dan was water de munteenheid waarmee die transacties werden voldaan' (Jha, 2015)

Inleiding

Een landbouwer vertelde ons tijdens een bijeenkomst dat hij eens wou irrigeren om zijn gewassen te kunnen laten groeien, of zelfs gewoon laten (over)leven. Het waterpeil in de waterloop waaruit hij water wilde putten, was echter zo laag dat de kikkers erin dreigden om te komen. De overheid legt op dat moment een captatieverbod op, om de kikker te beschermen. De boer voelt zich vastgezet, want hij wil de kikkers evengoed sparen, maar hij moet wel brood op de plank krijgen. De overheid treedt op als behoeder van de kikkers, de boer voelt zich genegeerd in zijn belangen als behoeder van zijn inkomen. Naast de boer in diezelfde bijeenkomst blijkt de persoon te zitten die destijds dat captatieverbod oplegde, maar nooit had stilgestaan bij hoe dit bij de ‘ontvangers’ binnenkomt. Daar van mens tot mens, werden perspectieven uitgewisseld, en zag je wederzijds begrip ontstaan. Hoe komt het dat er op zo’n moment geen dialoog georganiseerd wordt? Of het nodig was om de kikker te redden weten we immers niet. Of er een andere manier was om de kikker te redden of de boer verder te helpen, ook niet, want er was geen gesprek. Het voorzorgsprincipe werd toegepast, en maakt dat we dat niet hoefden te weten. Hoewel er een tekort aan was, was het beheersmatige water tussen boer en kikker toch nog te diep. Door te sturen via verboden, was er geen ruimte om een gedeeld belang te definiëren van waaruit een gedeelde oplossing kon ontstaan.

Toggle all items

Boer van de toekomst

We zien boeren en tuinders vooral als producenten van voedsel en gewassen. Dit vertaalt zich in een economisch model (‘businessmodel”) dat vooral gericht is op productiviteit. Voor een groot deel van onze oplossingen voor de wateruitdaging kijken we naar landbouwgebied (bufferbekkens, beheerovereenkomsten,…), zonder echt een toekomstvisie te hebben en een helder idee van waar we nu eigenlijk met die landbouw op langere termijn naartoe willen.

Maar stel je eens voor dat we boeren maatschappelijk gezien een veel bredere rol toebedelen. Bijvoorbeeld als bodembeheerder, waterbeheerder of beheerder en ondernemer achter de ‘groene apotheek’. Bij deze laatste kunnen verbouwde gezonde gewassen gezien worden als het medicijn voor een gezond leven. We maken hierbij een eerste beweging van ziekenzorg naar gezondheidszorg. Deze benadering verlicht de druk op het voedselgericht model en opent nieuwe mogelijkheden. Als voorbeelden van hoe we dat zouden kunnen inbeelden, kwamen in de transitieruimte alvast de ‘gezondheidsboer’ en de ‘waterboer’ naar voren. De gezondheidsboer en waterboer beheren voor de commons onze rijkdom, het kapitaal van het water en gezonde grond.

In contact met elkaar ontstaat een nieuwe economie

De nieuwe boeren doen de schotten tussen gezondheidsbeleid en landbouwbeleid vervagen en maakt dat de boer weer in een directer verband met zijn klanten komt te staan. Dit hoeft geen negatief effect te hebben op de opbrengsten. Gezien er in deze filosofie zelden een overaanbod zal zijn, zullen prijzen niet (drastisch) dalen en verdient de gezondheidsboer er ook zijn brood mee. En misschien kunnen we bijvoorbeeld externe milieuen gezondsheidskosten of -baten meenemen in de prijsbepaling. Ook de kosten die de overheden nu maken voor het onderhoud en beheer van gebieden die behoren tot de commons kunnen bijdragen aan het nieuwe verdienmodel van de boer. De gezondheidsboer of waterboer opent nieuwe denkkaders.

Een eerste uiting van een nieuw businessmodel is bijvoorbeeld de coöperatie waarin ARDO de krachten van 362 boeren bundelt voor bio-landbouw (“samen staan we sterk”). Vanuit het perspectief van een Regionaal Metabolisme kunnen de ervaringen en resultaten van deze samenwerking in beeld gebracht worden. Vervolgens kunnen we bekijken of een dergelijk initiatief in andere gebieden ook bruikbaar is, en of we inzichtelijk kunnen maken hoe dit bijdraagt aan het Waterkapitaal.

Governance

Om deze nieuwe boeren of ‘beheerboeren’ een gedegen kader te geven voor hun handelen (en niet handelen), is het van belang dat er goede afspraken zijn met betrekking tot de governance. Als leidraad kan bijvoorbeeld gekeken worden naar de basisprincipes die Elinor Ostrom heeft verwoord in haar boek ‘Governing the commons‘. Ze heeft op veel plaatsen over de hele wereld gedocumenteerd hoe gemeenschappen manieren bedenken om de commons te besturen, zodat ze kunnen overleven voor hun behoeften en toekomstige generaties.

De basisprincipes zijn:

• Definieer duidelijke grenzen: wat zijn de middelen en wie zijn de gebruikers.

• Stem de regels voor het gebruik van gemeenschappelijke goederen af op de lokale behoeften en omstandigheden.

• Zorg ervoor dat degenen die onder de regels vallen, kunnen deelnemen aan het wijzigen van de regels. • Zorg ervoor dat de regelgevende rechten van leden van de gemeenschap worden gerespecteerd door externe autoriteiten.

• Ontwikkel een systeem, uitgevoerd door leden van de gemeenschap, voor het volgen van het gedrag van leden.

• Gebruik geleidelijke sancties voor overtreders van de regels.

• Zorg voor toegankelijke, goedkope middelen voor geschillenbeslechting.

• Bouw de verantwoordelijkheid voor het beheer van de gemeenschappelijke hulpbron op in ‘geneste’ lagen van het laagste niveau tot het hele onderling verbonden systeem.

• Ook deze basisprincipes kunnen ‘getest’ worden in het Regionaal metabolisme.

Disclaimer

De VMM, De Vlaamse Waterweg, De Watergroep, Aquafin, Vlakwa en VITO hebben de kans gecreëerd om ruimte te geven aan een groep frisse denkers om een systemische kijk op water te ontwikkelen, en zo de watersector uit te dagen om een toekomstbestendige kijk op het watersysteem te gaan vormgeven. De geformuleerde ideeën zijn niet die van de opdrachtgevers, noch vertolken ze hun standpunten. Ze worden wel als waardevol gezien als inspiratie voor het toekomstig watersysteem.