IN WATER ZAAIT DE BOER ZIJN TOEKOMST?

“To forget how to dig the earth and to tend the soil is to forget ourselves.”

- Mahatma Gandhi

Voor het industriële tijdperk werd de inrichting en de ontwikkeling van het landschap voornamelijk bepaald door agrarische ontwikkelingen en behoeften. De samenleving was grotendeels gericht op haar basisbehoefte van voedselvoorziening. Het gebruik van water daarin was daarbij een natuurlijk gegeven. Kennis van het lokale watersysteem was daarbij essentieel, evenals kennis van de bodem, natuurlijke vegetatie etc.


In het industriële tijdperk werd de dominantie van de agrarische sector steeds minder. De sector profiteerde van de industriële ontwikkelingen, machinale bewerkingsmethoden, introductie van nieuwe methoden van bemesting en chemische bestrijding van ongedierte, ziekten en onkruid maakte het mogelijk meer schaalgrootte te creëren in de agrarische sector.


Na de tweede wereldoorlog verschoof het accent in de sector nog verder naar grootschalige en efficiënte productie. “Nooit meer honger” was het adagium. In de westerse wereld is dit zeker gelukt. Echter, toen de oorspronkelijke doelstelling van “nooit meer honger” was gehaald, zijn we doorgegaan op de ingeslagen weg. Verdere opschaling, meer efficiëntie, etc. bleef, tot op de dag van vandaag, bestaan. De aandacht is verschoven van “nooit meer honger” naar economische rentabiliteit.


Deze ontwikkeling is helaas gepaard gegaan met een aantal ongewenste neveneffecten. Vervuiling en overbelasting van water- en bodemsystemen, vermindering van de biodiversiteit, minder gezonde producten, etc. zijn enkele voorbeelden.


Naast deze negatieve gevolgen is ook de rentabiliteit van de sector toch onder druk komen te staan. Producten worden lokaal of regionaal geproduceerd door een grote groep agrarisch ondernemers, maar voor een wereldmarkt met spelers die grote marktmacht hebben. Hierdoor staan prijzen van producten onder druk. Tegelijkertijd zien we vanuit klimaatbeleid en dierenwelzijn steeds meer regeldruk in de agrarische sector.


Een nieuwe rol voor de agrarische sector?
Binnen de genoemde kaders zijn ook de boeren vast komen te zitten in een vrij eenzijdige focus op voedsel- en gewassenteelt, waarbij de opbrengst centraal staat, en bijvoorbeeld niet waterbuffering of energieproductie.
Nochtans zijn boeren geweldig geplaatst om de capaciteiten van een bodem te kennen, en die bodem veel flexibeler te gaan inzetten in functie van de behoeften en klimatologische veranderingen. De boer zou een centrale spilfiguur kunnen worden in een veerkrachtige inzet van land en bodem in het licht van de vele duurzaamheidsuitdagingen voor ons. Luc Lavrijsen, lid van de arena en boer, was heel duidelijk: “als er morgen iemand mij wil vergoeden om water te bufferen, dan heb ik alles wat nodig is om dat op een goede en effectieve manier te doen. Het zou ook zinvoller kunnen zijn dan concurreren tegen de blauwe bessen die per vliegtuig aan lagere prijzen hier op de markt komen, bijvoorbeeld.” Maar ook de energietransitie biedt mogelijkheden. “Het lijkt erop dat landbouwers 8.000 jaar geleden de beste plaatsen hebben gevonden om zonne-energie te oogsten op aarde”, klinkt het bij de Amerikaanse leraar Chad Higgins over het concept van ‘Agrovoltaics’, de combinatie van energie en voedsel produceren.


En ook hier zijn er mogelijk koppelkansen te vinden: denk bijvoorbeeld aan hoe bodembeheer een invloed heeft op het wegspoelen van stoffen en materie van de akkers naar de waterlopen. Dat heeft baggerkosten tot gevolg. Wat als die baggerkosten als investeringsbudget zouden gezien worden om boeren te ondersteunen om hun bodem beter vasthoudend te maken, en hun voedselproductie daardoor duurzamer, dan zou een structurele besparing op baggerkosten kunnen gerealiseerd worden dankzij versterkte duurzaamheid. Het onderzoek waard, toch?


Zou het niet geweldig zijn om een nieuw toekomstbestendig perspectief te kunnen ontwikkelen voor de boerenstiel. Een spilfiguur in toegepast duurzaamheidsbeleid. Een uitdagend beroep, met hoge maatschappelijke waardering. Kunnen we samen met jonge gedreven boeren, financiers, overheden, technologiebedrijven, enz. Kijken hoe we voor dat beroep een maatschappelijk businessmodel kunnen uitdenken? Via het ontwerpen van passende waardenetwerken, door het opzetten van concrete experimenten. Door er een nieuwe aantrekkelijke opleiding voor uit te denken, die hen als toegepaste systeemdenkers neerzet op hun bodem. Door het beroep weer een aantrekkelijk langetermijnperspectief te bieden.

Wetland Aquatuur

Project in de kijker: Aquatuur

Lange tijd werd de landbouw vooral gestuurd door een economisch model van vraag en aanbod. Vanuit dat perspectief wordt de landbouwer vaak beschouwd als een voedelproducent, maar hij is veel meer dan dat. Zo dragen landbouwers zorg voor het landschap en leveren ze allerlei ecosysteemdiensten.

Binnen het Interreg Vlaanderen-Nederland project Aquatuur gaan we op zoek naar hoe we andere verdienmodellen kunnen creëren voor landbouwers die afwijken van die typische lineaire visie. Welke rol kan een landbouwer opnemen bij het aanleggen van een wetland? Of hoe kunnen we de waarde bepalen van de geleverde ecosysteemdiensten?

Download alle doordrijvers

Disclaimer

De Vlaamse Milieumaatschappij, De Vlaamse Waterweg, De Watergroep, Aquafin, Departement Omgeving, Farys, Pidpa, water-link en VITO - Vlakwa hebben de kans gecreëerd om ruimte te geven aan een groep frisse denkers om een systemische kijk op water te ontwikkelen, en zo de watersector uit te dagen om een toekomstbestendig watersysteem vorm te geven. De geformuleerde ideeën zijn niet die van de opdrachtgevers, noch vertolken ze hun standpunten. Ze worden wel als waardevol gezien als inspiratie voor het toekomstig watersysteem.