Wanneer de bodem volledig verzadigd is met water, bv. na langdurige neerslag, wordt infiltratie van hemelwater beperkt en dringt de neerslag niet verder in de bodem. De bodem gedraagt zich als een “verharde oppervlakte” en het water zal direct afstromen naar de ontvangende waterloop. Het water wordt slechts beperkt opgehouden boven het maaiveld door aanwezige vegetatie of microreliëfverschillen.


Wereldwijd vinden we voorbeelden die anders omgaan met dit afstromende water en het door buffers proberen vast te houden. Rijstvelden zijn een voor de hand liggend voorbeeld. Maar ook bijvoorbeeld Machu Picchu waar meer dan zevenhonderd terrassen de topgrond vasthielden en zo meer vormen van landbouw mogelijk maakten én onderdeel waren van een uitgestrekt waterleidingstelsel waarmee drinkwater werd opgeslagen en erosie van de steile hellingen werd voorkomen.


Stel je voor dat we in de Vlaamse Ardennen of andere heuvelachtig gebied deze filosofie doortrekken. Dat we op de percelen op de heuvel kleine dammetjes of terrassen bouwen. Dat kan bijvoorbeeld door hagen aan te leggen langs perceelsranden waardoor we vanzelf kleine terrasjes krijgen, een methode die onze voorvaderen bijvoorbeeld frequent toepasten in de Voerstreek. Op deze manier wordt een extra buffer gecreëerd waardoor het water van de percelen in eerste instantie wordt opgehouden achter de dijk of de haag tot op het punt dat de buffer vol is en het water langzaam over de dijk in de waterloop stroomt. Op deze manier kunnen piekdebieten van de ontvangende waterloop verminderd worden, waardoor mogelijke stroomafwaartse overstromingen in omvang beperkt kunnen worden. Bovendien wordt zo ook voorkomen dat vruchtbare landbouwgrond verloren gaat. Het voordeel is bovendien dat dit letterlijk en figuurlijk geen gebetonneerde infrastructuur is, maar aanpasbaar is aan de steeds sneller wijzigende context waarbinnen onze omgang met water vorm moet krijgen.


Hoeveel water kan je vasthouden in ons heuvelachtig gebied als je dammetjes bouwt 50cm rondom weilanden en akkerlanden? Welke samenwerking tussen landeigenaars, landbouwers, pachters, bewoners... is hiervoor nodig? Hoe zien we dit beheer? Hoe versterken we de lokale kennis (waterburgerschap) over water, zodat landbouwers en landeigenaren dit systeem zelf kunnen beheren?

Download alle doordrijvers

Disclaimer

De Vlaamse Milieumaatschappij, De Vlaamse Waterweg, De Watergroep, Aquafin, Departement Omgeving, Farys, Pidpa, water-link en VITO - Vlakwa hebben de kans gecreëerd om ruimte te geven aan een groep frisse denkers om een systemische kijk op water te ontwikkelen, en zo de watersector uit te dagen om een toekomstbestendig watersysteem vorm te geven. De geformuleerde ideeën zijn niet die van de opdrachtgevers, noch vertolken ze hun standpunten. Ze worden wel als waardevol gezien als inspiratie voor het toekomstig watersysteem.