Tegelijkertijd rechter en partij zijn? Water kan dat. Water is dat.
Door Yves De Weerdt
Welke nieuwe economische modellen kunnen vormgeven aan een duurzame toekomst? Het boek 'Doughnut Economics: Seven Ways to Think Like a 21st Century Economist” van Kate Raworth blaast dat debat nieuw leven in.
Amsterdam omarmde het Donut-model van Raworth, en nam het als basis voor zijn denken over circulaire ambities. Andere steden, waaronder Brussel, lijken mogelijk te gaan volgen. Het uitgangspunt van het boek, dat zich sterk richt op de realisatie van de Sustainable Development Goals (SDG’s), is op zich vrij eenvoudig. Er is een ondergrens, een maatschappelijke onderbouw, die nodig is om aan duurzame ontwikkeling te kunnen werken. Zoals onderwijs bijvoorbeeld, of sociale gelijkheid. Die bepalen de ondergrens van je model, de ‘binnencirkel’ in Donut-termen.

De ‘bovengrens’ of buitencirkel zijn de grenzen van de planeet. Als we die overschrijden is duurzame ontwikkeling ook niet meer mogelijk.
"Het is opvallend dat water het enige element is dat zowel de ondergrens als de bovengrens meebepaalt binnen de Donuteconomie” – Yves De Weerdt
Water is dus zowel een voorwaarde als een limiet. Het hoeft dus niet te verwonderen dat Raworth af en toe ook expliciet op water ingaat. We pikken er hier even een passage uit, omdat ze voeding geeft aan het denkwerk van de Transitiearena Water.
“…Alleen al het noemen van de rol van de markt kan onze intrinsieke motivatie wegdrukken. Bij een online onderzoek werd aan de deelnemers gevraagd zich voor te stellen dat ze behoorden tot een van vier huishoudens die kampten met gebrek aan water, omdat langdurige droogte hun gezamenlijke bron had aangetast. Van belang was dat in het onderzoek het scenario voor de helft van de deelnemers werd beschreven in termen van ‘consumenten’, terwijl bij de anderen het begrip ‘personen’ werd gebruik. Wat zou het verschil zijn dat dit ene woord opleverde? Zij die werden aangeduid als ‘consumenten’ voelden zich persoonlijk minder verantwoordelijk om actie te ondernemen en vertrouwden de anderen minder dan degenen die werden aangeduid als ‘personen’. Het lijkt erop dat alleen al het denken als consument mensen aanzet tot egoïstisch gedrag, en dat het in groepen die met een gezamenlijk tekort geconfronteerd worden eerder tot verdeeldheid dan tot eensgezindheid leidt. In de context van de druk die er in de eenentwintigste eeuw staat op de hulpbronnen en het absorptievermogen van de aarde – van zoet water en vis tot de oceanen en de atmosfeer – zou dit inzicht doorslaggevende gevolgen kunnen hebben voor de wijze waarop we onszelf zien als het gaat om de problemen waarmee we gezamenlijk worden geconfronteerd. Bij het streven naar een rechtvaardige en veilige economische toekomst lijken woorden als ‘buren’, ‘leden van de gemeenschap’, ‘internationale gemeenschap’ en ‘wereldburgers’ ineens ongelofelijk kostbaar.”
Het mag duidelijk zijn dat de relatie van de mens tot water een erg belangrijke rol speelt in hoe het toekomstig watersysteem en het beheer ervan vorm zal of kan krijgen. Daarom onderzocht de Transitiearena Water ook het concept Waterkapitaal, als een manier om die betrokkenheid een invulling te geven. Het kreeg de naam Waterburgerschap, als onderdeel van het Waterkapitaal.
Lees meer in het visiedocument “De leidende ideeën van morgen” Water als Kapitaal en in de